Het belangrijkste doel van het regelmatig reinigen van het museum is om stofaccumulatie te beperken. Stof bevat deeltjes van zowel de buiten- als de binnenomgeving. Het stof van buiten bevat voornamelijk vuil, aarde, roet en zout, terwijl het stof binnen vooral huidschilfers en haar betreft. Stof is schadelijk voor collectiestukken.
Een stoflaag heeft veel nadelen. Stof accumuleert namelijk snel en kan vlekken veroorzaken. Het kan daarnaast korrelig en daarom schurend zijn wanneer het van een voorwerp wordt gewreven. Stof is hygroscopisch en kan zodoende een vochtige omgeving creëren. Het lokt tevens ongedierte en dient als voedingsbodem voor schimmels. Stof kan ook verontreinigende stoffen opnemen en vervoeren. Het is dus erg belangrijk om stof in de ruimte, op het meubilair en op de objecten te minimaliseren.
Naast het nut van schoonmaken komen in de training onder meer de onderstaande onderwerpen aan bod:
- Waar komt stof en vuil vandaan?
- Schades door vuil
- Biologische aantasting (insecten, schimmels) in verband met vuil
- Hoe kan je stof en vuil voorkomen?
- Hoe maak je een schoonmaakprotocol?
- Frequentie van schoonmaaktaken
- Veiligheid voor jezelf en de objecten
- Korte basis over het hanteren van objecten
- Benodigdheden tijdens schoonmaken
- Welke schoonmaakmiddelen mogen wel, welke niet?
- Schoonmaken per objectsoort
In deze cursus worden praktische opdrachten uitgevoerd, zoals het droog en nat reinigen van een aantal objecten. Aan het einde wordt een korte test gedaan, waarin de deelnemers zelf keuzes moeten maken en uitvoeren om de geleerde kennis te testen.
De training bestaat uit de volgende modules:
Wat, waarom, wie, benodigdheden en tips
Reinigen van ruimtes en objecten
Praktijkopdracht: reiniging roet en reinigen van diverse materialen
Reinigings- en schoonmaakprotocol
Praktijkopdracht: reiniging schimmel